Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [65]Uw herders [66]zullen sluimeren, o koning van Assur! [67]uw voortreffelijken zullen [68]zich leggen, [69]uw volk zal zich op de bergen wijd uitbreiden, en [70]niemand zal ze verzamelen. 65. Dat is, uwe regenten, gelijk Jer.49:19, en Jer.50:6. 66. Dat is, zij zullen traag en onachtzaam zijn, of zij zullen dood zijn, gelijk Ps.76:6. 67. Dat is, uwe krijgsoversten, uwe vorsten. 68. Dat is, zij zullen tehuis blijven, of, zij zullen terneder gelegd worden; of de zin is: Zij zullen stil zitten, en zij zullen op hunne bedden blijven liggen, zorgeloos zijn en hun wellust plegen. Of, zij zullen begraven zijn. Verg. Ps.94:17. 69. De zin is: Uw volk dat veel in getal is, zal op de bergen verspreid worden, gelijk de schapen, die geen herder hebben. 70. Want de herders zullen of slof en onachtzaam, of dood zijn.